24 03 Oldenburg


Stiekem kijk ik nog even bij de jongens. Alle drie liggen ze diep verzonken. Ik loop op mijn tenen omdat ik anders mijn nek breek over het speelgoed. Ik dek ze nog eens toe, ze zijn vertrokken. Even later vertrek ik zelf ook, liggend op m’n fiets. Voor het eerst weer eens een wat langere tocht vanuit mijn nieuwe woning. De klok in het dorp staat op iets voor half 3. Het kan gekker, maar uitslapen is anders.

 

Ik baal er een beetje van dat het nog waait. Vies tegen ook nog. De grens ben ik toch over voor ik er erg in heb. Het doel is vandaag Oldenburg in Duitsland. De ligfietsgroep daar opent een tentoonstelling vanwege hun 20 jarig bestaan. Dat geeft me een leuke gelegenheid om daar eens naartoe te fietsen.

 

Gelukkig gaat de wind ook liggen en kan het tempo wat omhoog. Het is hier net zo donker als in Nederland. De lucht is kraakhelder en er is geen maan te bekennen. De sterren schreeuwen in hun stilte. Ik moet mezelf dwingen om niet te lang naar de lucht te staren. Daar word ik alleen maar duizelig van, en ik moet opletten dat ik niet om lazer.

 

Ik twijfel of het vriest. Had ik nog meer kleren aan moeten doen? Stug zet ik door. Dit gedeelte van de route is zo’n 25 km rechtdoor. Ideaal voor de nacht, maar ik ben blij dat ik aan het eind rechtsaf kan, zo’n bocht geeft wat afwisseling. Een konijn ritselt de bossen in. Het enige leven dat ik dit uur tegenkom. In Twist ga ik bij de bakker rechts, terwijl ik jongeren achter me hoor joelen. Dit dorp dankt haar naam aan de ruzie wier land het bij zou moeten horen. Gelukkig kan men er nu vrede mee hebben zoals het is.

 

Er volgt weer een saaie weg. Niet afslaan, immer geradeaus. De afstanden tussen de dorpen zijn hier groter. Gelukkig is er weinig verkeer, dat geraas vind ik namelijk maar niks. Witte kenteken platen alom. Maar dit gedeelte ken ik, dit geeft me rust. Het ritme van de dag wissel ik in voor het ritme van de rondgaande pedalen. Het is lang geleden dat ik zo meerdere uren achter elkaar door heb gereden. Het werd tijd! Ik ontsnap even aan de rumoer van alledag. Ik kan nu eens lekker liggen piekeren. Ik zie de uilen zweven boven de velden op zoek naar prooi. Op mezelf aangewezen zijn op de fiets is een harmonie waar vrijheid en avontuur elkaar vinden.

 

Van de duisternis kom ik ineens terecht in een zee van lantaarnpalenlicht in Meppen. Ik twijfel of ik nog de zonnebril op moet doen. Hier drink ik de koffie in de eerste de beste bushalte. Ik heb geen enkel benul meer van hoe laat het zal zijn, de laatste kerkklok is al even geleden. De koffie smaakt zout en water naar yogidrink.

Blijkbaar is de boel toch niet helemaal goed omgespoeld lang geleden thuis. Ik steek eerst de Ems en daarna de Hase over. Vooral de laatste heb ik goede herinneringen aan de keer toen ik er hele stukken langs heb gefietst. 

Voorbij de stad Meppen begint de schemering. De talloze sterren verdwijnen geruisloos. Een palet aan kleuren verschijnen in de lucht. Alsof een schilder allerlei verf verspreidt over de hemel. In Apeldorn doe ik de lampen van de fiets uit, op hetzelfde moment als ik de teasy1 aanzet als navigatie voor de rest van de route. De vogels kwetteren en zingen, het is een concert zonder programma waar ik van mag genieten. Net als de Nederlandse naamgenoot hier ook veel bos en wat lichte heuvels, alleen een stuk kleiner en leger. De zon komt als rode bal tussen de bomen door. Dit moment is het koudste van de dag. Het lukt me van bril te wisselen zonder te stoppen en sowieso een hand aan het stuur te houden. Ik wil door. Mijn das is wat bevroren, het vriest dus toch. Ik twijfel over wat meer oppervlakte zal hebben Klein Berßen of Groß Berßen.

Hunebedden net voor Hüven.

De namen mogen mijns inziens omgeruild worden. Het stikt in dit gebied van de hunebedden, alleen worden het hier Steingraben genoemd vrij vertaald grafstenen. Bij een ervan hou ik een koffiestop. De ergste kou is voorbij dus kan ik even zitten.

 

De optie watervluchtmolen bij Hüven, de enige gave versie in Europa met wieken en waterrad, waar ik 4 km voor om moet fietsen laat ik schieten. De reden is het weer en de tijd. Nu de zon stijgt begint het gelukkig warmer te worden, echter trekt de oostenwind ook aan. Een koude dit keer die ik de rest van de rit schuin tegen zal hebben. Gelukkig heb ik er met de tijd rekening mee gehouden. De tentoonstelling wordt om 14 uur geopend, en ik heb geleerd van Maastricht door nu wel iets van de stad te gaan bekijken. 

In Lahn zwaait een kind in pyjama vanuit een raam naar me, mensen kijken nieuwsgierig naar mijn voorbijkomen als ze de krant uit de bus halen. Ik denk dat hier weinig ligfietsers komen. Op zaterdag lijkt iedereen een stuk relaxter dan door de week. De een is aan het straten, de ander aan het vegen, ik wens ze allemaal goedemorgen. Plaatsen rijgen zich aaneen. De namen herken ik alleen van de kaart tijdens de voorbereidingen. Anders zou ik niet van het bestaan geweten hebben. Ik drijf ergens tussen hoop en vrees, nu Vrees is geweest is het tijd voor hoop. Want alle twijfels zijn zo goed als opgeruimd.

Zo'n 2 uur van mijn leven samengevat op één bord.

Ze hebben hier dus ook aardig wat knooppunten erbij. Let op het bordje onder, een handbike, normaal staat er een groen fietsje.

..drijf ergens tussen hoop en vrees, nu Vrees is geweest is het tijd voor hoop.

De derde Landkreis fiets ik binnen: Cloppenburg. De fietspaden zijn hier een stuk minder dan in Emsland. Talloze bordjes met strassenschäden. In dorpen als Bösel fiets ik gewoon over straat. Door onderweg bevroren stroopwafels te kauwen - lees metalen onderzetters die naar stroopwafels smaken - fiets ik rustig door en verschuif zo de pauze wat vooruit. Zonder extra druk op mezelf te leggen. De wind waait en ik moet nog even. De wegen en omgeving is leeg. Je kijkt zonder wat te zien. Enkel windmolens, akkers en boerderijen. Deze contreien komt niet bepaald bovenaan mijn lijstje te staan, maar ik word er rustig. 

 

Je kijkt zonder wat te zien.

Mijn laatste pauze hou ik bij het gehucht Aumühlen, zo’n 30 kilometer voor mijn eindbestemming, ook in een bushalte om even uit de wind in de zon te zitten. Bij Tungeln wordt het echt leuk fietsen, een fietspad langs het water de Hunte. Ik fiets onder de A28 door en het fietsen wordt tegenovergestelde als de rest van de reis. Ik ben in geweld van druk stadsverkeer beland. Oldenburg. Ik rij naar het gele kasteel en zet het in mijn opperste euforiehumeur op de foto. In het centrum vergaap ik me aan de mooie gebouwen en de stad ademt geschiedenis. Ik trakteer mezelf op de typische curryworst met een broodje. Ik heb immers nu tijd zat. Beter zo als andersom.

 

Langs de Hunte

slot Oldenburg

 

Voorzichtig manouvreer ik de ligger naar Kaiserstraße 3, en rij het terrein van een tankstation op. Enthousiast word ik begroet door Dieter Hanneman en Hanna die me verse koffie aanbieden. De fiets mocht bij de andere liggers staan. Daarna kwamen er veel meer liggers, en voelde ik me welkom ondanks dat ik uit het buitenland kwam. De burgemeester, Dieter zelf en anderen deden goede woorden over de Oldenburger Liegeradgruppe, en hun 20 jarig bestaan, vergezeld door liedjes met gitaar van Gerhard Snitjer. Ik heb veel mensen ontmoet en vond het leuk dat er ook hier zovelen dezelfde passie hebben als ik. Prachtig om dit eens mee te maken en te delen.

 

Burgermeester van de stad aan het woord,
links Dieter Hanemann

Gerhard Snitjer aan het zingen.

Na een paar uur fiets ik het stationsgebouw binnen, en ben daar op de trein huiswaarts gestapt. De aansluiting station Hengelo verder naar huis was dusdanig slecht, dat ik besloot een andere aansluiting te zoeken die me voor de hand lag, scheelt ook weer geld voor een treinkaartje extra. In Hengelo werd er flink gewerkt aan de F35, dus moest ik nog een stukje omrijden. De laatste 27 kilometer gingen me niet zo makkelijk af, moet ik eerlijk bekennen, maar ik mag terugkijken op een prachtige dag. Totaal zo’n 180 km bij elkaar. Toch smaakt het naar meer. Eerst het kluslijstje maar eens weer opzoeken...

Maak jouw eigen website met JouwWeb